Schijnzelfstandigheid en zzp’ers – een feuilleton over de gevolgen ervan aflevering 3
- info356237
- 27 aug
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 aug
Een lezersvraag: pensioenfondsen en pensioenplicht
Een van onze lezers vroeg ons: “Als ik als zzp’er achteraf tóch als werknemer wordt gezien, hoe zit dat dan met pensioenfondsen? Moet ik dan alsnog pensioenpremies betalen?”
Een terechte vraag – en een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft in de discussie over schijnzelfstandigheid.
Bedrijfstakpensioenfonds en verplichtstelling
In veel sectoren in Nederland geldt een verplichtstellingsbesluit. Dat betekent dat werkgevers in die sector verplicht zijn aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds (BPF). Het bijbehorende pensioenreglement bepaalt vervolgens wie onder de dekking valt.
Voor een opdrachtgever die met zzp’ers werkt, lijkt dit misschien niet relevant. Maar zodra een rechter vaststelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, kan het pensioenfonds met terugwerkende kracht premies opeisen.
Vier scenario’s – van laag naar hoog risico
Geen arbeidsovereenkomst + geen verplichtstelling→ Hier is er geen pensioenplicht. Dit is het meest veilige scenario: zelfstandigheid én geen sectorfonds.
Arbeidsovereenkomst + geen verplichtstelling→ Er is wél een arbeidsovereenkomst (met gevolgen voor belasting, sociale zekerheid), maar geen verplichting tot deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds.
Geen arbeidsovereenkomst + wél verplichtstelling→ Grijze zone. Zelfs als de rechter oordeelt dat er geen arbeidsovereenkomst is, kan een fonds toch zeggen: “Uw werkzaamheden vallen onder onze sector, dus u hoort bij ons.”
Arbeidsovereenkomst + wél verplichtstelling→ Dit is het hoogste risico. Wordt een zzp’er als werknemer gekwalificeerd in een sector met verplichtstelling, dan kan het fonds premies met terugwerkende kracht opeisen – vaak tot tien jaar, inclusief rente en boetes.
Terugwerkende kracht en gevolgen
Wanneer een pensioenfonds premies opeist, gebeurt dat vaak met terugwerkende kracht. Voor de opdrachtgever betekent dit een forse financiële last: niet alleen het werkgeversdeel, maar vaak ook het werknemersdeel komt voor rekening van de werkgever.
Voor de zzp’er kan dit indirect ook gevolgen hebben, bijvoorbeeld door naheffingen of doordat jarenlang ondernemerschap achteraf in rook lijkt op te gaan.
Wat betekent dit voor jou?
Een goede overeenkomst van opdracht voorkomt niet dat een pensioenfonds ooit aanklopt. Maar het maakt je positie wél sterker. Je laat zien dat je bewust hebt gekozen voor zelfstandigheid en dat je afspraken hebt vastgelegd die de arbeidsrechtelijke en fiscale risico’s zo laag mogelijk houden.
Zonder contract sta je met lege handen; met een contract heb je in ieder geval basisbescherming en vergroot je je kans om je te verweren tegen herkwalificatie én tegen een verplichte aansluiting bij een pensioenfonds.
De kern in bullets
Pensioenfondsen kijken verder dan alleen het contract.
Vier scenario’s bepalen de risico’s, van laag naar hoog.
Je kunt de arbeidsovereenkomst-discussie winnen, maar tóch pensioenpremies verschuldigd zijn.
Premievorderingen kunnen jaren teruggaan en hoog oplopen.
Civiele claims over en weer? Niet ondenkbaar.
Geen tijd om te werken: wél tijd voor brieven en procedures.
De lezersvraag
Onze lezer vroeg: “Als er nu géén arbeidsovereenkomst is, kan een pensioenfonds mij dan tóch verplichten?”Het antwoord is: ja, dat kan – afhankelijk van de sector en het pensioenreglement.
Juist daarom is het belangrijk je positie goed vast te leggen.
Wat betekent dit nu voor jou?
Wil je dit soort risico’s voorkomen? Met een goede modelovereenkomst verklein je de kans op herkwalificatie en vervelende gevolgen aanzienlijk.
🔜 In aflevering 4 komt nog een ander belangrijk onderwerp aan de orde.
Opmerkingen